Tin Can Bay - Reisverslag uit Tin Can Bay, Australië van Jan&Inge Roos&Daan - WaarBenJij.nu Tin Can Bay - Reisverslag uit Tin Can Bay, Australië van Jan&Inge Roos&Daan - WaarBenJij.nu

Tin Can Bay

Door: Inge

Blijf op de hoogte en volg Jan&Inge

10 Augustus 2014 | Australië, Tin Can Bay

Zon scheen door het raampje. De sporen van de natte dag waren bijna verdwenen. Zelfs de betonnen geul die opeens vol water stond waardoor we gisteravond zowaar het bruggetje moesten gebruiken om naar de keuken te lopen, was alweer bijna droog. We hebben lekker buiten ontbeten voordat we ons boeltje gingen inpakken om een honderdtal kilometers noordelijker neer te strijken. Nog een laatste duik in het verwarmde zwembad en karren maar!

Onze bestemming is een kleine camping in Tin Can Bay. Een gekke naam die me doet denken aan een baai met allemaal conservenblikjes erin. De naam vindt zijn oorsprong echter in het aboriginal woord Tuncunbar, wat zeekoe betekent. Toch staat Tin Can Bay tegenwoordig niet bekend om zijn zeekoeien maar om zijn dolfijnen. Hier kan je dolfijnen voeren als het tij hoog is, oftewel 's morgens om half acht. We besluiten dit morgen te gaan doen aangezien we vandaag niet om zes uur s morgens uit Noosa zijn vertrokken. De kinderen vinden dit ook een uitstekend plan, ze hebben namelijk net gezien dat deze camping ook! een zwembad heeft. Razendsnel kleden ze zich om een verfrissende duik te nemen in het bad. En fris is het. Dit zwembad is namelijk niet verwarmd... Klappertandend en met de schoudertjes omhoog houden ze het nog een half uur vol. Misschien is het te zien op de foto maar misschien ook niet, want het geheel oogt heel tropisch en omdat ik niet op de foto sta met mijn vest aan, is het lastig te ontdekken. Je zou kunnen zeggen dat je het kan zien doordat ze met zijn tweeën in het bad liggen, maar dat is geen afdoende bewijs. Tot nu toe lag er überhaupt niemand in de zwembaden behalve wij; de bejaarden zwemmen niet in de winter. Ook deze familiecamping wordt compleet bevolkt door bejaarden. Maar deze grey nomads verschillen van de vorige overwinteraars, ze bezitten allemaal een hond. En dan niet van het type dingo's, wat je van een goede Australische immigrant zou verwachten, nee ze hebben allemaal van die kleine keffertjes. Tot grote vreugde van Roos en Daan.
Naast ons woont ook een bejaard stel. Mary en Eric. Mary komt meteen naar ons toe en stelt zich voor, ze wonen hier permanent. Al zestien jaar. Ze begint te praten en houdt niet meer op. Eindelijk dan toch maar voordat we goed en wel adem hebben kunnen halen staat ze alweer voor de deur. Ze heeft bloemetjes geplukt en gaat de kinderen vertellen waar je ze kan plukken en hoe ze heten. Langzaam en met een oude krakende stem vertelt, nee fluistert ze over alle bloemetjes en plantjes in haar garden een stuk verderop en dat alle plantjes op de camping van haar zijn. Ze kan met de vogels praten en de plantjes luisteren ook naar haar. De kinderen staren haar wat ongemakkelijk aan. Wanneer houdt ze op? Wanneer gaat ze weg? Maar Mary is op dreef en is nog niet klaar. Jan maakt aan de oeverloze woordenstroom een einde door te zeggen dat we gaan wandelen. Wat we ook inderdaad gaan doen.

Op weg naar de kust kunnen de kinderen niet uit over Creepy Mary zoals onze oude dementerende buurvrouw is gedoopt. Over dementie gesproken, ineens bedenk ik me dat ik mijn telefoon bij het zwembad heb laten liggen. Jan rent even terug om hem te halen en gelukkig was ie niet gestolen. Sterker nog, iemand had hem gevonden en bracht hem net naar de receptie. Enig gevoel van criminaliteit en diefstal hebben we nog niet ondervonden in Australië, dat blijkt ook nu weer terecht. We worden steeds meer gesterkt in ons idee dat reizen in de winter het meest relaxt is. Qua drukte, temperatuur en hoeveelheid giftige dieren, alles staat op een laag pitje.

Laag staat ook het water en dat betekent dat de mangrove goed zichtbaar is op het zoute slib. Wat een fenomenaal landschap, de gebogen wortels van de witte mangrovebomen lopen als een golvende slinger over het zand omgeven door duizenden spruiten van nieuw gewas. We springen van wad naar wad en ontdekken dat er allemaal mangrove krabbetjes in het zand zitten die prachtige bolletjes zand achterlaten als ze ondergronds gaan. Ibissen en pelikanen scharrelen tussen de drooggevallen bootjes rond op zoek naar een lekker hapje. Wij zoeken nog een mangrove krabbetje om mee te nemen in de jar die we gevuld hebben met modder en zand. Eerlijk gezegd begrijp ik niet wat de bedoeling is, het lijkt me dat we het mini ecosysteem niet mee gaan nemen naar de camping, maar dat is een stomme vraag. Het is gewoon leuk ja. En dan laten we het allemaal straks weer los. Alsof de krabbetjes de intenties van mijn gezin hebben gehoord, laten zij zich niet meer zien. We vinden nog wel prachtige schelpen met inhoud die in de fles gestopt worden. Ik realiseer me dat ik geen flauw idee heb hoe deze dieren heten. Zelf vind ik nog een mooi leeg torenschelpje dat ik in mijn jaszak stop. Dit huisje mag wel mee naar de camping waar ik straks een poging zal doen de naam van de overleden bewoner te achterhalen.

Onze slingerende route raakt het vasteland waar we een grote speeltuin ontwaren. En even verderop een fitnessparcours. Vol overgave storten we ons op alle apparaten. Het gaat best goed tot ik bij een toestel kom waar je op moet zitten en je handen aan twee hendels op borsthoogte vasthoudt. Je moet de hendels (die gekoppeld zijn aan je hele gewicht) omhoog duwen. Hoe hard ik ook duw, het lukt me voor geen millimeter. Ik roep al dat het apparaat niet klopt of stuk is of wat dan ook tot ik zie dat zowel Roos, Daan en Jan dit toestel wel in beweging krijgen. Shit.
Er is dus blijkbaar een spiergroep van mij die niet ontwikkeld is. Of op zijn minst heel slap. Na dit ontluisterende voorval stel ik geheel sportief voor de terugreis te aanvaarden.

Jan wil graag langs de opkomende vloedlijn teruglopen, wat bij mij een knijpend gevoel in mijn keel oproept. Als kind heb ik ooit met mijn ouders over het strand in Guernsey gelopen op het moment dat het ook vloed werd. Dit gebeurde zo snel dat we hard moesten lopen om op tijd bij de trap te zijn die naar de kade liep. In mijn herinnering moesten we deze trap ook nog best snel oplopen om niet bedolven te raken onder de opstuwende golven. Ongetwijfeld zal deze herinnering spannender zijn dan het werkelijk gebeurde maar het incident heeft nog een rechtstreekse connectie met mijn lichamelijke angstverschijnselen. Ik keek eens om me heen. Het vasteland was slechts een halve meter hoger dan het wad, met andere woorden, ik kon op elke plek van het wad af. De waterlijn rukte slechts zachtjes op, met andere woorden, er zou tijd genoeg zijn om weg te lopen van het water. Mijn keel kreeg langzaam weer wat lucht en ik zei: 'Wat een goed idee'
Met de invallende schemer was het een plaatje, de gekleurde hemel en de ondergaande zon, het blauwe water en de bootjes die langzaam weer gingen drijven. Plotseling riep Jan dat hij steeds iets weg zag schieten. Roos zag het toen ook. Daan en ik kwamen kijken en tot onze verbazing zagen we visjes vanuit de modder wegschieten richting het open water. Heel snel. Slijkspringers! Deze bijzondere visjes kunnen zonder water ook ademen, als een soort duiker hebben ze een zuurstofbel in zich om te blijven ademen. Weer verbaas ik me over hoe bijzonder de natuur is. En dat we ook zoveel daarvan te zien krijgen. We blijven af en toe staan en moeten oppassen dat we niet op een wad komen te staan waarin we opgesloten raken door het water dat op een grillige manier bezit neemt van het land. We redden het niet om de hele strandwandeling in tegengestelde richting af te maken en lopen het laatste stukje door bos met vaste grond onder de voeten. We slaan nog bijna een verkeerde weg in, komen onderweg een kikker of krekel tegen, het schijnsel van de telefoon geeft helaas geen uitsluitsel en in het pikkedonker komen we uiteindelijk thuis. Heel wat bijzondere en gelukkig geen angstige ervaringen rijker, want hetgeen waar de kinderen het meest bang voor waren: Creepy Mary knocking on our door, blijft uit.

  • 19 Augustus 2014 - 23:22

    Hanni:

    Prachtig jouw reisverhalen! Jammer dat jullie weer thuis zijn want nu houd je er natuurlijk mee op !!!! :-)
    Groetje,
    Hanni

  • 20 Augustus 2014 - 20:27

    Jan&Inge En Roos&Daan:

    Jullie hebben nog zeven reisverhalen tegoed. En die plaatsen we nog rustig de komende week. Het blijft dus spannend...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jan&Inge

Actief sinds 11 Juli 2014
Verslag gelezen: 67
Totaal aantal bezoekers 7110

Voorgaande reizen:

20 Juli 2014 - 17 Augustus 2014

Australie

Landen bezocht: